De vraag naar circulaire bouwmaterialen groeit, maar hergebruikt hout wordt nog te weinig ingezet in structurele toepassingen. De reden? Een gebrek aan zekerheid over de kwaliteit en sterkte van gerecupereerd hout. Kenniscentrum WOOD.BE wil daar verandering in brengen door een gestandaardiseerde methode te ontwikkelen om de waarde en sterkte van gerecupereerd hout objectief te bepalen.
WOOD.BE, het onafhankelijke kenniscentrum voor de hout- en meubelindustrie in België, ondersteunt bedrijven met wetenschappelijk onderzoek, technologische innovaties en kwaliteitscontrole. Van duurzaam materiaalgebruik tot geavanceerde productietechnieken, WOOD.BE helpt de sector om toekomstbestendig en competitief te blijven. Door nauwe samenwerking met bedrijven, onderzoeksinstellingen en overheden, speelt WOOD.BE een sleutelrol in de transitie naar een duurzamer en innovatiever houtgebruik.
Het kenniscentrum zet zijn expertise in normering, certificering en productontwikkeling nu in voor een nieuw project: Reclaimed Timber. Duurzaam bouwen vraagt om alternatieve houtbronnen, maar in de praktijk is de afzet van gerecupereerd structuurhout nog te beperkt. Dat wil WOOD.BE, met de steun van de FOD Economie en het NBN, veranderen door de sterkte van recuperatiehout objectief te bepalen en te normaliseren. “Materialenbanken hebben prachtige houten balken op voorraad, maar krijgen ze nauwelijks verkocht als structuurhout”, vertelt Imke De Windt, projectcoördinator voor Reclaimed Timber bij WOOD.BE. “Aannemers en architecten durven ze niet gebruiken omdat er geen zekerheid is over de kwaliteit. Hoe sterk is dit hout? Kan het een dragende functie vervullen? Die onzekerheid belemmert de markt.”
Het idee om structuurhout te recupererenis niet nieuw, maar in de praktijk loopt het spaak. Architecten hangen vast aan een tienjarige aansprakelijkheid en nemen liever geen risico’s. Ook aannemers moeten de zekerheid hebben dat het hout voldoet aan de normen. Tot nu toe werd dit vaak opgelost door overdimensionering – simpel gezegd: meer hout gebruiken dan nodig – maar dat is verre van een duurzame oplossing.
Om het tij te keren startte WOOD.BE een project om een gestandaardiseerde keuringsmethode voor recuphout te ontwikkelen. “Het doel is een classificatiesysteem te verkrijgen waarmee we gerecupereerd hout een erkende sterkteklasse kunnen toekennen, vergelijkbaar met nieuw hout zoals C18 of C24”, legt Imke uit. “We beginnen met een visuele inspectie van het hout, zoals bij standaardkeuringen. Daarnaast brengen we extra factoren in kaart: heeft het hout vochtschade opgelopen? Welke mechanische schade is waarneembaar? Is het behandeld met chemische producten? Die informatie is cruciaal.”
Daarna volgen meer geavanceerde testen. Een resonantieanalyse – waarbij trillingen in het hout worden opgewekt – geeft indicaties over de sterkte. Vervolgens worden destructieve tests uitgevoerd door balken gecontroleerd te breken. “Zo bepalen we of de resonantieanalyse overeenkomt met de daadwerkelijke sterkte van het hout en of we op basis daarvan een betrouwbare sterkteklasse kunnen toekennen.”
WOOD.BE voert het project Reclaimed Timber niet in isolatie uit, maar werkt hiervoor samen met heel wat stakeholders. In de projectgroep zijn onder andere materialenbanken, architecten en aannemers betrokken, maar ook sloopbedrijven en bouwfederaties. Imke: “We willen dat de hele sector achter de testmethode staat zodat ze effectief gebruikt wordt. Ons onderzoek heeft bovendien een impact op het hele bouwproces, van afbraak tot hergebruik. Buildwise richt zich bijvoorbeeld op kwaliteitsvollere slooptechnieken om beter bruikbaar hout uit afbraakwerken te halen. Ons werk begint zodra het hout bij de materialenbanken binnenkomt. Aan de hand van een uniforme keuring kunnen zij het recuperatiehout optimaal sorteren. Die keuring biedt ontwerpers en verwerkers zekerheid over de kwaliteit en sterkteklasse. Een win-win voor iedereen.”
Het project loopt over een periode van twee jaar en startte in december 2024. Tegen eind 2026 moeten de resultaten er liggen. Het einddoel? Een gestandaardiseerde methode waarmee materialenbanken en aannemers zelf de kwaliteit van gerecupereerd hout kunnen bepalen. Imke: “Als kers op de taart willen we afsluiten met een grote praktijkworkshop. Daar testen we samen verschillende soorten balken, zodat iedereen de keuringsmethode in de vingers krijgt.”
Op langere termijn hoopt WOOD.BE deze expertise structureel te verankeren. De komende jaren zal het kenniscentrum binnen dit project dan ook workshops en overlegmomenten organiseren. “We willen dat nieuwe spelers in de sector bij ons terechtkunnen, net zoals dat nu al kan voor nieuw hout. Dit project is een eerste grote stap in die richting.”